Lezingen

Nieuws
Werk
   -Alle
   -Ebooks
   -Luisterboeken
   -Bewerkt/Verfilmd
   -Vertaald
   -Bekroond

Auteur
   -Biografie
   -Bibliografie
   -Prijzen
   -Interviews
   -Standpunt
   -Dissertaties
   -Favorieten

Audio/Video
Foto's
Contact

Interview

Gazet van Antwerpen, 11 augustus 2008
Door Peter Briers

Dat Anne Provoost na een verblijf in de Verenigde Staten haar leven uitbouwde in Antwerpen, heeft met literatuur te maken. Anne en haar man Manu Claeys opteerden voor een residentie ‘waar de boeken zijn’. “Als ik me ergens settle, wil ik literatuur bij de hand. Maar ik sluit me ook graag direct aan bij het buurtleven. Ik ben in elke stad op zoek naar een combinatie van levendigheid en vredigheid, want ik wil altijd ook een hoekje voor een boekje.”

De keuze van een woonplaats is voor Provoost eerder een praktische beslissing, geen emotionele. Je op een plek goed voelen en huiselijkheid volgen naderhand vanzelf wel, vindt ze. “Ik was maar een paar keer in deze stad geweest toen ik besliste er te komen wonen: als kind enkele bezoeken aan de zoo, en als jongere een keer naar Night of the Proms. Ik ga ervan uit dat ik me in elke stad wel goed zou kunnen voelen. Ik kan me niet vinden in lyriek die één stad bezingt als een soort van ultieme, heilige plek. Eenmaal aangekomen ga ik op zoek naar wat er al gaande is op het vlak van cultuur en verenigingsleven, en daar wil ik dan deel van uitmaken.”

De auteur ging na haar terugkeer uit Minnesota in Berchem wonen. Daar zocht en vond ze een huisbaas die bereid was af te wijken van het gangbare huurcontract. “Aanvankelijk wilden mijn man en ik in Europa blijven leven zoals we dat in Amerika hadden gedaan: al trekkend van plek naar plek, als stadsnomaden. De idee een standaard 3-6-9-huurcontract te moeten afsluiten vonden we stuitend. Settelen stond in die tijd niet in ons woordenboek. We waren blij dat we iemand vonden die z’n flat voor één jaar wilde verhuren. Het grappige is dat we er uiteindelijk toch drie jaar gebleven zijn.”

Begin de jaren negentig vonden Provoost en haar man een plek met buitenruimte voor de kinderen in Borgerhout. “Nog tijdens de verbouwingen vonden we in de brievenbus een flyer van ‘Borgerhout Beter Bekeken’”, vertelt ze. “Het was de tijd dat het Vlaams Blok snel groeide en fel te keer ging tegen de bonte culturenmengeling die hier aan de gang was. Gek genoeg voelde ik me net door die melange hier echt thuis. De mix is ook wat we in de VS hadden gezocht. Ik groeide op in een alleenstaand huis in de Westhoek. Iedereen sprak dezelfde taal, keek naar dezelfde programma’s, at hetzelfde brood. Nu ik zelf een leven uitbouwde wilde ik in een rijhuis wonen. Ik wilde me letterlijk en figuurlijk warmen aan mijn buren.”

Anne Provoost was algauw begaan met de acties van ‘BorgerhouDt van Mensen’. “Van het een kwam het ander: de strijd om het Kievitplein, de roep om de ring te overkappen, het verzet tegen de Oosterweelverbinding. Ik houd van een ambitieuze stad, maar een beleid dat een viaduct over het eilandje aanlegt, alleen maar omdat er jaren geleden is gedroomd van een ambitieuze brug over de rivier die technisch niet haalbaar is, daar pas ik voor. ”

Verzet tegen politieke beleidsdaden wordt niet zelden als arrogant bestempeld. Anne: “Je gaat toch vanzelf je best doen om de toestand waarin je leeft beter te maken? Alle argumenten op tafel leggen, is dat arrogant? Als de tegenpartij hetzelfde doet, dan heb je toch alleen maar een goed debat over stedelijke planning? Geen argumenten willen horen, dat is arrogant.”

De schrijfster is optimistisch gestemd. “Op het Kievitplein hebben we bekomen dat er veel meer levendigheid zal zijn op de begane grond: dankzij het protest komt nu een Grand Café en meer woonvoorzieningen. Je kunt ook voelen dat de stad lessen heeft getrokken uit het hele dossier, de heraanleg van de nog te bouwen zones van de Kievitbuurt wordt helemaal anders aangepakt. Wat de zoo betreft, toen de woningen aan de achterzijde werden afgebroken, hebben we met de buurtcomités geijverd voor een muur met doorkijkgaten. Die zijn er nu. Het geeft de buurt een heel andere sfeer, met zicht op de bomen en op de Egyptische tempel van de giraffen. Jammer dat die kijkgaten tijdelijk zijn. Over een paar jaar gaan ze weer dicht omdat er lokalen en gebouwen komen. De zoo staat al heel lang met haar rug naar Borgerhout. Dankzij die gaten laat ze voor het eerst een stukje van haar gezicht zien. In deze buurt wonen bijzonder veel kinderen, en hier is voor de rest nauwelijks groen. Het is de logica zelve dat er voor de kinderen van deze buurt een tweede ingang komt. Nu moeten ze altijd maar om die mooie dierentuin heen lopen in plaats van erin. Ik wed dat veel migrantengezinnen van hier een abonnement zouden nemen als ze er aan deze zijde in konden.

Koekenstad in vogelvlucht

Clichés

“Als we buitenlandse vrienden over de vloer hebben, wandel ik ermee naar de Cogels Osylei. Ook een rondrit in de haven een klassieker. Niet alleen de nieuwe haven, ook de oude havenbuurt met de Villa Tinto is voor Amerikanen een eye opener. Een winkelwandelstraat voor venerisch toerisme, noemt de politie de gedoogbuurt, mooi toch?”

Familie

“De ultieme familietrip bestaat uit een bezoek aan Doel, het dorp dat door de vreemde kronkels in de besluitvorming van de kaart wordt geveegd. Bij de kerncentrale vind je rekkenvol fietsen die helemaal in orde zijn en die je gratis mag gebruiken. Reserveren is geen noodzaak. Je krijgt fietsplannetjes mee, en een lijst van horecazaken erlangs.”

Kunst

“Het openluchtmuseum voor beeldhouwkunst Middelheim blijft een uitstekende plek om vrienden mee naartoe te nemen. En als auteur ‘stoef’ ik graag over onze nieuwe bibliotheek Permeke. Graindelavoix houdt nu en dan een try-out van hun oude polyfonische gezangen in de ontwijde kerk in de Provinciestraat, dat is voor mij eten en drinken.”

Wandeling

“Ik ben meer het type dat de fiets neemt. Om te wandelen ben ik te ongeduldig. Wie mij kent en me toch ziet wandelen, weet dat ik op dat moment waarschijnlijk een platte band heb.”

Zien

“Als ik na een uitstap terug in de omgeving van het Centraal Station kom, ben ik altijd tevreden. Zoveel verschillende mensen op één plek die allemaal diverse dingen doen, dat maakt deze buurt zo fascinerend.”

Winkel

“De kringwinkel in de Kroonstraat is mijn favoriete plek. Alles wat je daar vindt heeft al een leven gehad. Alles wat je er naartoe brengt krijgt een nieuw leven. De kringwinkel is mijn gedacht van een hiernamaals.”

Sport

“Ik zit natuurlijk zoals velen te veel uren na elkaar aan mijn pc. Op termijn gaat dat zijn tol eisen. De buurtgym van Daniella heeft mijn rug gered. Het is een kleinschalig project in de Branderij met allemaal mensen uit de omgeving. We geven onze nek- en rugspieren de aandacht die ze verdienen.”

Reizen

“Ik heb geen rijbewijs. Als de tweede ingang van het station opent, is het letterlijk maar honderd meter lopen meer tussen mijn voordeur en de TGV. Het gevoel altijd snel weg te kunnen en afstanden te overbruggen maakt me rustig, dat klinkt misschien tegenstrijdig. Ik ben altijd op zoek naar vredigheid om te kunnen schrijven en lezen. Vreemd genoeg biedt een stationsomgeving die verlatenheid: met allemaal mensen om me heen kan ik toch heel geconcentreerd lezen of nadenken.”

Kosmopolitisch

“Sinds ik hier woon heb ik de indruk dat ik niet zo nodig de wereld moet afschuimen om verschillende culturen op hun originele plek aan het werk te zien. In Antwerpen vind je ze. Je moet er alleen oog voor hebben.”