| |||
Nieuws Auteur |
De dode hoek van de kustwachtJeroen Dera in De Standaard de Letteren, vrijdag 27 december 2024 Dit artikel in De Standaard der Letteren (betaalmuur) In de bundel Decem beschrijft Anne Provoost het rouwproces van een vluchteling van binnenuit. Een aangrijpend perspectief. Door in haar poëziebundel Decem in de huid van een getraumatiseerde vluchteling te kruipen, neemt Anne Provoost een risico. Komt een auteur zonder migratieachtergrond daarmee weg, nu we ook dichters als Ghayath Almadhoun in het Nederlands kunnen lezen? Omdat Decem een minutieuze studie van trauma en rouw is, slaagt Provoost er wonderbaarlijk in te overtuigen. De bundel volgt in elf lange gedichten, genummerd van “nullus” tot “decem”, een lyrisch ik dat als bootvluchteling naar Europa is gekomen. Tijdens de overtocht verliest de mannelijke verteller zijn geliefde en hun kind. Vermoedelijk bleef het laatste ongeboren: we lezen over een “innerlijk kind” dat al zes maanden een “manipulator” is – het suggereert dat de verdronken geliefde een half jaar zwanger was. In “unus” spreekt de ik onthutsende woorden over zijn overleven: “ik kon niet begrijpen hoe ik niet dood was gegaan”. Op allerlei niveaus is dit niet-begrijpen cruciaal voor het perspectief dat Provoost in Decem kiest. Zo laat ze de precieze reden voor de vlucht van haar personages in het midden, evenals hun exacte geografische achtergrond. De tekst verwijst weliswaar naar het “zwavelbad van Al-Hamma” in Andalusië en de “mijnen van Soma” in West-Turkije, maar die locaties omspannen de west- tot oostkant van de Middellandse Zee. Provoosts verteller wordt daardoor een soort ‘Everyman’, maar krijgt tegelijkertijd een scherp psychologisch profiel. Zure appels dit schrijven doe ik uit armoe Geen wonder dat hij herhaaldelijk de man noemt die hij betaalde voor de oversteek. Deze Koo is de ene keer “een snorduivel met verstrooid haar, een gast zonder Engels”, de andere keer een “kortademige man” die als “doorvoerder” fungeert. Misschien is dat voor sommigen “onaannemelijk”,in deze poëzie voelt die verstrooiing volkomen natuurlijk. Olievlek we wilden naar een land zo vreemd als wijzelf Het is veelzeggend dat juist een “olievlek” in de dode hoek van de kustwacht zit. Provoost maakt daarmee niet alleen duidelijk dat migratie een olievlek vormt die zich over het mediterrane gebied uitspreidt, maar stuurt ook aan op een ecokritische lezing: de Middellandse Zee is een van de meest vervuilde zeeën ter wereld, maar de officiële instanties (“de kustwacht”) kijken ervan weg. Zo’n dode hoek is aan deze dichter niet besteed: juist door oog te hebben voor complexiteit en meerduidigheid, biedt Decem een perspectief dat blijft nagalmen. ![]() Hoofdpagina's: ZonKijken | Arkvaarders | Roos&zwijn | Vallen | Grindewal | Springdag | Beminde Ongelovigen |