| |||
Nieuws Auteur |
DariusHerodotos, Boek 3, in Het verslag van mijn onderzoek, Herodotos Het verhaal van Darius I, zoals verteld door Herodotus in zijn derde boek, waarop het verhaal van Neelata's moeder in De arkvaarders is gebaseerd (p. 147-151)."Nu iets heel anders. Een van de zeven mannen die in opstand waren gekomen tegen de Magiër, was Intafrenes. Vlak na deze opstand vond hij de dood, omdat hij zijn plaats niet wist. Op een dag wilde hij voor een zakelijk gesprek met de Koning het paleis in. Dat was niets bijzonders want de zeven opstandelingen hadden afgesproken dat ze onbeperkt vrije toegang tot de Koning zouden krijgen, tenzij die net de liefde bedreef. Daarom vond Intafrenes het niet nodig zijn komst te laten aankondigen, hij was toch een van de zeven, dus wat lette hem? Maar de portier en de kamerheer wilden hem niet doorlaten. Zij zeiden hem dat de Koning met een van zijn vrouwen in bed lag. Intafrenes dacht dat ze maar wat uit hun duim zogen. Hij was niet van plan dit te pikken en trok zijn zwaard. Daarmee sneed hij hun neus en oren af. Die reeg hij aan het tuig van zijn paard, bond dat om hun nek en liet ze toen pas gaan. De mannen lieten aan de Koning zien hoe ze waren mishandeld en vertelden hem hoe het was gekomen. Darius was doodsbenauwd dat hij nu het slachtoffer zou worden van een complot door de andere zes. Hij liet ze een voor een bij zich komen om ze aan de tand te voelen. Hij wilde wel eens weten of die gruweldaad met medeweten van allen was gepleegd. Toen hij erachter was dat dit niet het geval was, liet hij Intafrenes met zijn zonen en alle andere gezinsleden arresteren. Hij was er vast van overtuigd dat Intafrenes op eigen initiatief met zijn hele familie een opstand tegen hem beraamd had. In afwachting van de terechtstelling werden ze in de gevangenis gezet. De vrouw van Intafrenes begaf zich toen naar de poort van het paleis waar ze aan één stuk door stond te jammeren en te huilen. Op het laatste vermurwde zij het hart van Darius zodat hij medelijden met haar kreeg. Hij liet haar door een bode zeggen: 'Mevrouw, u mag van koning Darius een van uw verwanten uitkiezen. Die zal dan worden vrijgelaten.' Zij dacht een ogenblik na en antwoordde: 'Als ik van iemand het leven mag redden, kies ik voor mijn broer en voor niemand anders.' Daar snapte Darius niets van en hij liet haar vragen: 'Mevrouw, Zijne Majesteit wil weten wat u ertoe beweegt uw broer te kiezen en uw man en kinderen over te slaan. Uw broer staat u toch niet zo na als uw kinderen en is u toch minder lief dan uw man?' 'Sire,' gaf zij ten antwoord, 'als 't de goden belieft, krijg ik nog wel eens een ander man en ook wel andere kinderen, mocht ik ze verliezen. Maar nu mijn vader en moeder dood zijn, zal er nooit meer een andere broer komen. Dat stond mij voor ogen, toen ik deze keuze maakte.' Het leek een goede opmerking. Darius had er plezier in en liet niet alleen de gevraagde broer vrij, maar ook nog haar oudste zoon. Alle anderen liet hij afmaken. Zo vond een van de zeven al heel gauw de dood. Hoofdpagina's: ZonKijken | Arkvaarders | Roos&zwijn | Vallen | Grindewal | Springdag | Beminde Ongelovigen |