Lezingen

Nieuws
Werk
   -Alle
   -Ebooks
   -Luisterboeken
   -Bewerkt/Verfilmd
   -Vertaald
   -Bekroond

Auteur
   -Biografie
   -Bibliografie
   -Prijzen
   -Interviews
   -Standpunt
   -Dissertaties
   -Favorieten

Audio/Video
Foto's
Contact

Interviews

De Standaard, vrijdag 30 maart 2007
Jelle Van Riet

Een boek als roadmovie

Anne Provoost kijkt en registreert

In haar eerste roman voor volwassenen graaft Anne Provoost grote gevoelens uit. Stil maar krachtig.

Personages turen naar de einder die een uitgestrekt landschap afzoomt, ze houden fotonegatieven tegen het zonlicht, ze kijken naar elkaar. Vooral dat. Een moeder kijkt naar haar kind, een kind kijkt naar haar moeder.

Maar onbeschermd in de zon kijken, is ook gevaarlijk. Wat gebeurt er als de blik, in dit geval van de moeder, wordt bedreigd? Provoost tast alles traag en delicaat af en doet dat met een vertelstem die door het oog wordt gestuurd.

Zo stil als het is in haar boek, zo levendig zijn de uren die we samen - ik naar haar kijkend - doorbrengen. Logisch, veel wilde fantasie heeft een mens niet nodig om zich 'Het leven zoals het is: Anne Provoost' voor te stellen. Een vrouw die naast schrijfster ook nog echtgenote, moeder van drie, buurvrouw, vriendin en betrokken inwoner van Borgerhout is, heeft, tenzij ze personeel in dienst zou hebben, veel omhanden. Nu ook het nieuwe boek er is en zij interview na interview geeft, zit de agenda zo mogelijk nog meer dichtgeslibd.

Levendig betekent naast druk, ook en vooral gezellig. Zeker in Provoosts huis, een plek waarvoor men ooit het begrip 'de zoete inval' moet hebben bedacht. Vanmiddag wordt ze op de VRT verwacht voor een radiogesprek, maar voor we afreizen, serveert ze ons nog een salade met geitenkaas, bakt ze wat kip op voor een hongerige zoon in examentijd, doet haar man verslag van een wijkvergadering en wordt er een praatje gemaakt met een buurvrouw. Ik kijk, volg en registreer, een beetje zoals Chloë in het boek dat doet.

,,Chloë Vanderweert woont met haar ouders en haar halfzusje op het Australische platteland. Als haar vader na een val van zijn paard om het leven komt, probeert haar moeder het bedrijf draaiende te houden. Langzaam verliest ze haar greep op de situatie. Bijna vind ik deze regels op de achterflap van In de zon kijken'' al te veel verraden. Een deel van het leesgenot bestaat er juist in dat je als lezer door de ogen van Chloë, een kind van omzeggens acht, naar alles en iedereen kijkt; een perspectief dat geen lineair verloop heeft en geen verbanden legt, waardoor je de witruimte vrij mag inkleuren.

Provoost: ,,Ooit hebben wij twee keer na elkaar op kerstavond wafels gegeten. Toen we dat een paar jaar niet meer deden, zeiden mijn kinderen plots met overtuiging: 'Mama, weet je nog, vroeger aten wij op kerstavond altijd wafels.' Schattig, niet? Hun leventje is zo kort, dat er nog geen tijdsperspectief is. Als ik als verteller Chloë inzicht zou geven in de tijd, zou ik een onrealistisch beeld scheppen.''

En dus sneed ze haar verhaal in twaalf hoofdstukken of twaalf schijfjes in de tijd. ,,Omdat ik zo resoluut voor de tegenwoordige tijd had gekozen, kon ik enkel springerig te werk gaan en situaties oplichten, wilde ik de authenticiteit bewaken. Een kind dat zijn moeder ziet huilen, stelt zich niet de queeste dat ook te situeren.''

Provoost reconstrueert niet, maar registreert en nodigt de lezer uit om mee te kijken. ,,Dat zou ik missen als ik niet meer kon zien, die zonsondergang. Die schakeringen van oranje, rozerood, ossenbloedrood. Ik zie nog hoe mooi het is, zie jij het ook?'' vraagt de blind wordende moeder aan Chloë.

Het is een vraag van de auteur aan de lezer: kijk je wel goed, zie je wat er te zien valt? ,,Dichter bij de poëzie dan dit zal ik vermoedelijk nooit meer komen, maar net zoals de dichter niet bewust of nadrukkelijk uitnodigt om te kijken, doe ik dat ook niet. Ik registreer alleen maar nauwgezet wat ik zie. Het is dus niet zo dat ik meer zie dan de lezers, alleen heb ik toevallig het arsenaal woorden om het talig te maken.''

Op de trein naar Brussel vertelt Provoost wat haar wél bezighoudt tijdens het schrijven: de authenticiteit van dat kinderlijke standpunt. ,,Chloë voelt alles haarscherp aan, maar de taal is nog een barrière. Het is niet omdat kinderen iets niet kunnen interpreteren of in woorden omzetten, dat ze minder gevoelige platen zijn dan volwassenen. Wij onderschatten hen. Tot er iets gruwelijks op tv wordt getoond, dan moeten kinderen plots wel worden beschermd. De krassen op hun ziel worden echter niet aangebracht door wat ze zien op televisie, maar zijn dikwijls familiaal. Denk aan Ilana [Chloë's halfzusje, red.] die de indruk heeft dat haar moeder haar lelijk vindt. Dat is pas delicaat.''

In de zon kijken doet denken aan een roadmovie. Door de vertelstijl, maar ook door de setting en de vele 'stilstaande beelden' die Provoost oproept via de hobby van Chloë's moeder: fotografie. ,,Mij ging het dit keer om de vertraging, als rem op de sneltreinvaart van mijn eigen leven, maar ook als maatschappijkritiek op de existentiële ervaring hoe snel alles gaat. 'Melbourne zonder water' las ik net nog in de krant. Vroeger kwam er een keer in het jaar spectaculair nieuws, nu wekelijks. Let wel, ik ben geen antiglobalist in de zin dat ik problemen heb met het feit dat de wereld ons dorp wordt. Ik geniet daar zelfs van. Mijn kritiek zit in de schaalvergroting.''

En waar kan men beter verstillen dan in de uitgestrektheid van het Australische platteland? ,,Omdat veel van mijn familie uit de Westhoek is weggetrokken, neven en nichten naar Canada, Frankrijk, de VS en Zuid-Afrika zijn verhuisd, wilde ik nagaan wat het betekent om migrant te zijn. Daarbij koos ik bewust voor een voor mij vervreemdende plek, omdat mijn mentale oog daar meer ziet dan in mijn dagelijkse omgeving. Bovendien spreekt een papegaaienstruik mij als verteller meer aan dan een buxushaag.''

En je kan het ook over paarden, wombats en kaketoes hebben. ,,Als je verhaal zich zo te lande afspeelt, kun je niet om de dieren heen. Bovendien zijn dieren voor kinderen heel belangrijk; soms zo belangrijk dat zij de dood van een dier even erg vinden als die van een mens. Ik denk dat kinderen zich herkennen in de dierlijke beperking van het wel kunnen voelen, maar niet kunnen zeggen.''

Door voor Australië te kiezen, en voor een hoofdpersoon die fotografeert, kon Provoost ook volop spelen met licht. ,,Ik associeer licht met geluk. Volgens mij is iedereen onderhevig aan de verandering van de lichtinval. Wat mij atypisch maakt, is dat ik het benoem. Schrijven is kijken.''

Is zij bang om zelf blind te worden? ,,De nakende blindheid van de moeder was voor mij een vehikel om een ultieme verplaatsing te maken in iets waarvan ik hoop dat het mij niet overkomt. In een boek breng je altijd je eigen beklemmingen in kaart, anders stop je er geen tijd in, maar voor mij staat het verlies van zintuigen veel meer voor het ouder worden, de aftakeling.''

Tijd voor het live-interview door Nicky Aerts voor Neon op Radio 1. Als Provoost al nerveus is, dan is het haar zeker niet aan te zien.

,,Ik krijg het warm, noem het een soort van scherpstellen, zegt ze wanneer we de radiostudio binnenlopen. ,,Ik hoop vooral niet nog eens te moeten verdedigen dat een kind wel degelijk veel begrijpt en aanvoelt.

Het gesprek is nauwelijks begonnen als Aerts Chloë's woorden 'wel erg volwassen' noemt. Provoost verzet zich, voel ik, ze noemt kinderen met klem 'gevoelige sensoren' en stelt dat zij als schrijfster enkel de taal heeft als instrument om hun complexe gedachten over te brengen.

Nadat de radiotechnicus Closer van Travis heeft gedraaid, vervolgt Aerts het gesprek: ,,Ik werd echt niet happy van je boek. Bijna elk personage vecht.''

Van radiomaken heb ik geen verstand, maar verwachten dat je happy wordt van een boek met rouw en genezing als thema, vind ik vreemd.

"Er zit ook veel licht in het boek", weerlegt Provoost. "De personages putten kracht uit elkaar en er zit een duidelijke opwaartse beweging in, want de moeder verzoent zich met haar lot. Wat jij 'gevecht' noemt, noem ik 'zoektocht'. Zo ervaar ik het leven: niet als iets sombers, maar als een eeuwig aftasten. Zo liggen de kaarten, hoe ga ik ermee om?"

Terwijl ze op de radio zeer toepasselijk Kijk maar in de zon draaien, een voor An Pierlé geschreven tekst van Peter Verhelst, is Provoost - intussen zichtbaar scherpgesteld, want met stevig blozende wangen - alweer in een voorbereidend gesprek met Annelies Beck. Er wordt kort en hartelijk overlegd wat er zondag te gebeuren staat tijdens De zevende dag en uitgedokterd hoe het boek als dummy in beeld kan gebracht worden. Het is nog even wachten eer de drukker klaar is.

Op de retourreis naar Antwerpen praten we verder over dat eeuwige zoeken.

Wat als je met rouw moet omgaan? Kan je dan beslissen het te aanvaarden, zoals een personage zegt: ,,We hebben te veel ontzag voor verdriet. Op een dag moet het ophouden.''

Aanvaardt Provoost de dood als onderdeel van het leven? ,,Het is sneu dat de dood erbij moet horen, maar er is geen verzetten aan. Ik zou de zin van het leven in vraag kunnen stellen, want ik ga toch dood. Ik draai het liever om: nu ik toch weet dat ik doodga, kan ik het maar beter zinvol maken. Veel in het leven gaat over keuzes maken. Je kan getrouwd zijn en je afvragen of je met iemand anders niet gelukkiger was geweest, maar je kan ook blij zijn met je keuze.''

Provoost weet niet wat het is om een nabije geliefde te verliezen. "Heb je het recht over rouw te schrijven als je dat niet zelf hebt meegemaakt?", ze stelt zelf de vraag en geeft ook meteen het antwoord. "Je behoudt in elk geval een zekere afstandelijkheid die zo'n verhaal goed kan gebruiken. Bovendien schrijf ik toch vooral om te doorgronden wat ik niet ken of begrijp." Die afstandelijkheid wordt nog versterkt door het kinderlijke perspectief, want Chloë slaapt wel slecht en ze voelt een leegte in haar maag die nooit overgaat, maar verder kijken we vooral door haar ogen naar het verdriet van haar moeder.

,,Misschien is het zien van het verdriet van de ander nog zwaarder dan zelf verdriet hebben. Misschien zou een kind zijn verdriet kunnen vergeten, als de omgeving het daar niet voortdurend aan zou herinneren. Toen mijn nicht stierf, herinner ik me, speelden haar kinderen gewoon verder. Een volwassene rouwt de hele tijd, terwijl er bij een kind psychologische mechanismen zijn die een waslaagje aanmaken op hun gevoelige schijf.''

En dus wil Chloë dat het verdriet weggaat, ,,dat het leven terugkeert, dat het spijt krijgt van zijn vertrek''. Dit wenst Chloë wanneer de wanhoop van haar moeder het grootst is en zij haar 's nachts wadend in de kreek aantreft.

,,Zij is niet het type vrouw dat dood wil, denk ik, maar zij wordt op een gegeven moment wel heel boos op haar lijf. 'Waarom moet ik ook nog blind worden? Is het niet genoeg dat mijn man dood is', zoiets. Dat zit erachter, want voor mij gaat het boek ook over hoe we ons toch altijd mispakken aan ons ongeluk. Mijn personage denkt dat haar blindheid haar kruis is en is daar ook op gefocust, maar dan sterft plots haar man en wordt die blindheid haast bijzaak.''

Chloë wil weg van het verdriet, en dus ook weg van haar moeder. Ze voelt afkeer bij de gedachte met haar moeder in bed te liggen, maar evengoed stelt ze even later zelf voor bij haar te slapen. Dan wordt zij het moedertje. ,,Kinderen treden snel in die bemoederende modus, dat heeft ook weer met kijken te maken. Als je altijd gezien hebt hoe een ouder voor je zorgt, weet je ook hoe het moet. Kinderen kunnen harteloos veel lawaai maken als je koppijn hebt, maar ze kunnen ook je voorbeeld volgen en doen wat jij doet als zij ziek zijn. Daarom niet altijd direct met de juiste remedie - ik kreeg wel eens citroen met honing tegen maagpijn, maar ze groeien in hun rol, en bewijzen al op jonge leeftijd hoe goed ze zich in je pijn kunnen verplaatsen.''

Als eb en vloed, zo bewegen moeder en dochter zich naar elkaar toe en van elkaar weg. Soms ook geneert Chloë zich voor haar moeder. Zoals die keer toen ze in badpak verscheen en haar dochters het donkere schaamhaar zagen ,,dat aan haar liezen om haar badpak krulde''.

'Kijken is nooit waardevrij', aldus Provoost. 'Vooral in een hechte relatie zit er altijd een oordeel in. Naar hun eigen kinderen kijken ouders zelfs volstrekt ongenuanceerd. Als ik alleen maar denk aan hoe fotogeniek ik mijn kinderen vind, dat is buiten proportie! Toch wordt mijn liefdevolle blik door hen vaak als controlerend ervaren. En kinderen kijken terug. Vriendinnen onderling doen dat ook, maar ouder en kind zijn voor elkaar nog ongecensureerdere critici, net omdat ze mekaars liefde niet kunnen verspelen.'

Ongecensureerd is ook de mening van Provoosts man, die thuis naar de radio heeft geluisterd. ,,Het liep wat lastig, hè?''

Na vijfentwintig jaar heb je aan horen genoeg om te weten hoe iemand zich voelt.